Kalender |
december
wo |
4 |
| Warre Slembrouck verjaart |
vr |
6 |
| clubkampioenschap ronde 9 |
vr |
6 |
| Lisa De Clerck verjaart |
zo |
8 |
| Jeugdles |
di |
10 |
| Oliver De Hert verjaart |
vr |
13 |
| clubkampioenschap ronde 10 |
zo |
15 |
| Jeugdles |
Recente Reacties |
Onze dank gaat naar de vele leveranciers van informatie en van software componenten (o.a. ChessTempo).
Dit is een nieuwsbericht; het verschijnt enkel op de home page. |
Ha, terug op het podium! (figuurlijk toch) Ik zit me vooral af te vragen hoe die stelling tot stand kwam, dus wat de vorige zetten waren. Dd8-a5 zou kunnen, maar hoe kan zwart dan ooit Dd1-b3 en Tfc1 toegelaten hebben (tenzij het Tfc1 en Dc2-b3 was)? En ook Db6-a5 lijkt een bizarre keuze, als de torens nog inactief zijn. toegevoegd:Ik heb intussen de ganse partij gezien; zwart heeft ten onrechte twee tempi gespendeerd om een paard op d4 d5 te krijgen, wat geen enkele zin heeft vermits het al meteen afruilbaar is. Hij heeft zichzelf dus nodeloos een ontwikkelachterstand gegeven, plus een wankele pionnenstructuur (b7 én d5 staan virtueel in de vuurlijn). En met 14. ... Ld7 (en daarna 15. ... Tac8?) hoopt hij bij te benen, maar het is te laat: wit, die zijn dipje voorbij is, heeft dat natuurlijk gezien en hakt erop in. PS: dat alles gebeurde dus in ronde 5. |
Het blijkt aanstekelijk te zijn want jij hebt het natuurlijk over d5 i.p.v. d4. Waarom zou Wit ruilen op d5? Als hij de pionnenstructuur niet kan veranderen wil Wit liever zo veel mogelijk stukken op het bord houden. Zijn actieve stukken moeten compenseren voor de mogelijke positionele zwakte van de geïsoleerde pion. update Hieronder de ganse partij. Wat speelt u op zet tien met zwart?
|
Wat ik bedoelde is dat zwart, als hij bereid is twee tempi te spenderen om zijn P van c6 naar d5 te krijgen, hij dit misschien wel kan overwegen als het P daar kan standhouden; als zijn tegenstander echter iets kan doen dat het P verjaagt of slaat (en kan kiezen of en wanneer hij zulks doet), dan is de waarde van die investering beduidend lager, en kan zwart zijn tempi waarschijnlijk beter besteden aan de ontwikkeling van Ta8/Lc8/Tf8. En met afruilen bedoel ik niet noodzakelijk P*P, en in de getoonde stelling al zeker niet. Het ligt niet in mijn aard om spontaan de eigen paardjes te verwijderen, tenzij er een flinke bonus te rapen valt. Lopers daarentegen... BTW: zelf zou ik waarschijnlijk ook 13. Db3 gespeeld hebben alhoewel Houdini deze zet niet in de top-5 heeft (wel Dd3, Pg5, P*Pd5, en nog enkele, in voortdurend wisselende volgorde). Het is uiteraard 13. ... Lb4 dat van vraagtekens mag voorzien worden; zwart denkt dat c3 een knelpunt wordt en overziet het grotere probleem op d5. De beste zet was, helaas voor zwart, 13. ... P*Pc3 waarna de stelling meer gesloten is, de achterstand minder opvalt, en wit vermoedelijk nog veel werk zal hebben om tot winst te komen. ook update Na 10. ed4 zou ik graag verder stukken ontwikkelen, en na even denken besluiten van toch nog een pionzetje te doen; dan een beetje twijfelen tussen b6 en a6, en uiteindelijk voor a6 kiezen. Met de bedoeling ruimte te nemen en de d-pion te belagen; b5 en Lb7 zouden daarna volgen, en dan streven naar een T op d8. En vroeg of laat zal een zP de pion moeten blokkeren, maar dat zou niet mijn eerste keuze zijn. Ik ben nooit ver geraakt in Aagaards Attacking Manual, maar zijn eerste hoofdstuk ("Bring all your toys to the nursery party") heb ik wel doorgenomen. En ja, dat betekent wel dat wit de kans krijgt om zijn isolani op te lossen door op te rukken, m.a.w. zwart heeft geen enkel voordeel. |
Na enig speurwerk, vooral voor uw laatste zet heb ik even moeten kijken. Een hele goede partij en uitstekende illustratie van dat mysterieuze voordeel "ontwikkelingsvoorsprong". Met dank aan Le5, wat meteen de schaduwkant van het Pb8-c6-b4-d5 aantoont: wit heeft e5 tot zijn beschikking. Knap werk! |