Een leuke stelling die ook praktisch van nut kan zijn. Wit speelt en wint.

Komt me bekend voor, helaas enkel uit de boeken. De winst is mooi, maar wie krijgt dit ooit op zijn bord?

Wat ik me bij zulke stellingen wel eens afvraag is: wat was de laatste zet van zwart? En vervolgens: kon hij niets beters verzinnen? Of omgekeerd: vind alle stellingen waarin zwart, aan zet, er terecht de voorkeur aan geeft die zet te doen die de getoonde stelling oplevert.

Met praktisch nut bedoel ik niet dat ge de stelling ooit letterlijk zult tegenkomen (dit geldt voor ALLE schaakboeken behalve openingsboeken) maar wel dat de thema's die hier een rol spelen wel degelijk kunnen opduiken in een echt pion tegen toren eindspel. Met het tweede deel van u reactie hebt ge mij eigenlijk met een retrograde-probleem opgezadeld, waar ik mij dus eens aan zal moeten zetten :-)

Wat ik bij uw probleem betreurde is dat de zwarte stelling wel erg slecht is, wie haalt het nu in zijn hoofd om een K in de hoek te zetten én de T vlakbij de vijandelijke K? (vandaar ook dat mijn gedachten de retrogade toer opgingen...) Bijna elke andere positie van zK of zT levert remise, en daarom vind ik dit niet erg praktisch.

Het pat-gedeelte van deze studie is uiteraard wel nuttig, zeer veel eindspelen bevatten immers pat-vallen, bvb met wit aan zet:

•  vooral niet: 
• Te2! T*a5? Ta2!!  

•  maar wel: 
• Te2! Ta1 en daarna K*f3 en f4 en Kg3