De North Star State (225.163 km² voor 5,7 miljoen inwoners) heeft een geografisch eigenaardigheidje: er ligt een kleine enclave Minnesota in Canada, boven die lange “vlakke” grens op de 49ste breedtegraad. Het Northwest Angle State Forest ligt op een schiereiland en bevat enkele kleine dorpjes – dat stukje land is dus het meest noordelijke stuk USA (Alaska uitgezonderd). De grens met Canada wordt in het oosten voornamelijk gevormd door tientallen kleine meren en de Pigeon River, tot die uitmondt in het Bovenmeer. De westelijke grens met North Dakota wordt gevormd door de “Red River of the North”.

Al dat water zorgt voor de bijnaam van de staat: The land of 10.000 lakes, en dat is geen overdrijving: bij telling kwam men uit op 11.842 meren en meertjes (wikipedia vermeldt zelfs 14.000 meren van meer dan 4 hectare), genoeg om 32 jaar lang elke dag een ander meer te bezoeken. Een beetje het Amerikaanse Finland dus. Daarnaast ligt in deze staat ook Lake Itasca, dat aanzien wordt als de bron van de Mississippi. De Mississippi vormt samen met de Missouri één van de grootste rivierenstelsels ter wereld, maar na de samenvloeiing van de rivieren had de stroom eigenlijk de Missouri moeten heten, en niet de Mississippi, omdat de Missouri meer water aanbrengt in het geheel dan de Mississippi. De ligging aan zowel de Mississippi en het Bovenmeer (Lake Superior) zorgden ervoor dat de producten van de mijn- en bosbouw vlot afnemers vonden – de stad Duluth werd een belangrijk overgangspunt tussen scheepvaart en spoorwegverkeer.

Minneapolis is bij ons waarschijnlijk bekend als de stad waar Prince zijn Paisley Park studios had, en waar hij ook overleden is. Minneapolis vormt een grote agglomeratie met de hoofdstad Saint Paul, de “Twin Cities”, die zo’n 3,6 miljoen mensen telt – wat betekent dat er in de rest van de staat er amper nog 2 miljoen mensen wonen. Maar Minnesota is ook de staat waar Judy Garland werd geboren (1922-1969), Richard Dean Andersen (°1950, MacGyver), de Coen-broers Ethan (°1957) en Joel (°1954), nobelprijswinnaar Bob Dylan (°1941), de Amerikaanse Python Terry Gilliam (°1940), Jean Paul Getty (1892-1976), kunstverzamelaar, oprichter van de Getty Oil Company in 1942 en in 1966 de rijkste man ter wereld met 1,2 miljard USD. De film All the Money in the World over de ontvoering van zijn 16-jarige kleinzoon John Paul Getty III (1956-2011) is zeker de moeite waard. Gierig als hij was, vertikte hij het aanvankelijk om het losgeld te betalen; pas toen een oor van zijn kleinzoon werd opgestuurd, was hij akkoord om te betalen, maar dan enkel het bedrag dat hij wettelijk in zijn boekhouding kon opnemen – de rest leende hij uit aan zijn zoon, die het bedrag met rente moest terugbetalen. John Paul kwam lichamelijk en psychisch gebroken uit de ontvoering en werd nooit meer de oude.

Op naar het schaken: ik heb nog een paar “Chess Life” magazines liggen, ooit gekocht in de International Magazine Store (die ondertussen ook al veel van zijn pluimen heeft gelaten). Je kan trouwens alle nummers van Chess Life en Chess Review gratis downloaden van de site van de USCF). In het nummer van juli 2012, staat onderstaande prachtige en onconventionele Nimzo-Indiër. De partij werd gespeeld tussen twee tieners (-18-jarigen), want dit betreft een partij uit het NK voor scholieren, wat niet wil zeggen dat het zwakke spelers zijn – verre van. Net zoals zovele partijen, die in Amerika gespeeld zijn, ontbreekt ook deze jammer genoeg in Chessbase. De winnaar van deze partij (en het tornooi) heeft nu een FIDE-rating van net boven 2100 (de ratings bij hun namen zijn USCF-ratings; daar mag je 100 punten van aftrekken om een idee te hebben van hun FIDE-rating).

Voor wie dit niet op internet wil lezen, maar als pdf met wat partijcommentaar kan op de link klikken.